59,90 €
Prijzen zijn netto, exclusief BTW en verzendkosten
Elektronische bouwvochtmeters maken snelle en eenvoudige metingen ter plaatse mogelijk, die onbeperkt kunnen worden herhaald. In tegenstelling tot de droogmethode en de calciumcarbidemethode, waarbij voor elke meting een monster moet worden genomen, is het meetproces met een elektronische bouwvochtmeter zeer snel en weinig of niet destructief. Deze bouwvochtmeters zijn over het algemeen zeer handzaam en gemakkelijk te bedienen. Bij het uitvoeren van de metingen en het interpreteren van de meetresultaten moet echter rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van elk type apparaat.
Langdurig verhoogde vochtwaarden kunnen enerzijds leiden tot onomkeerbare schade aan de aangetaste bouwdelen en anderzijds tot gezondheidsproblemen door een slecht binnenklimaat en de verspreiding van schimmel en andere micro-organismen. In gebouwen met dragende houtconstructies bestaat bovendien het risico dat vochtig hout wordt aangetast door bepaalde houtvernietigende schimmels. Het is daarom aan te raden om vochtgevoelige plekken regelmatig te controleren en bij verdenking van ongewoon hoge vochtwaarden met een bouwvochtmeter te meten. Bevestigt de meting de verdenking, dan moet de oorzaak worden achterhaald en moet er voor een snelle droging worden gezorgd.
Toepassingsmogelijkheden voor bouwvochtmeters tijdens het bouwproces
Afhankelijk van het type bouwmateriaal spelen het vochtgehalte ervan en het vochtgehalte van de omgeving of de ondergrond een grotere of kleinere rol bij de opslag en verwerking van het materiaal en uiteindelijk voor het gedrag in de ingebouwde toestand. Daarom zijn er bijvoorbeeld voor hout en houtmaterialen voorschriften voor het toegestane vochtgehalte bij installatie. 
De waarden zijn afhankelijk van de gebruikelijke omgevingsomstandigheden op de inbouwlocatie, zodat er later geen schade door vochtkrimp of zwelling ontstaat. Veel bouwvochtmeters met materiaalselectie bieden karakteristieke lijnen voor verschillende houtsoorten.
Bij bouwmaterialen die vochtig worden verwerkt, zoals plaatsbeton, dekvloer, pleisterwerk en verf, wordt een deel van het vocht tijdens het uithardings- en droogproces geleidelijk aan de omgeving afgegeven. Wordt op deze materialen vóór het bereiken van de toegestane restvochtigheid een afwerking of coating aangebracht die het afgeven van vocht aan de omgeving belemmert, dan zal deze laag hoogstwaarschijnlijk beschadigd raken.
Daarom zijn tegelzetters, vloerenleggers, schilders en timmerlieden verplicht om te controleren of de ondergrond en de omgevingsomstandigheden op de bouwplaats geschikt zijn voor de door hen te leveren werkzaamheden. Een elektronische bouwvochtmeter is ideaal voor eigenaren, ambachtslieden en architecten die de vochtigheid van de ondergrond willen controleren zonder deze te beschadigen.
Toepassingen voor bouwvochtmeters tijdens de gebruiksfase van gebouwen
Tijdens de gebruiksfase van gebouwen kan het door meer of minder sterke directe waterbelasting, bijvoorbeeld door binnendringende neerslag, leidingbreuken, defecte was- of vaatwasmachines, lekkende water- of rioolleidingen of spatwater uit bad- en doucheruimtes, tot verhoogde vochtigheid in bouwdelen komen. Anderzijds kan het ook door gedurende langere tijd verhoogde luchtvochtigheid tot vochtschade komen.
Deze schade ontstaat meestal eerst op typische geometrische of materiaalgebonden koudebruggen, waar door de lagere temperaturen condenswater ontstaat. Als de oorzaak van de schade niet duidelijk zichtbaar is, kan met een bouwvochtmeter snel worden vastgesteld welke gebieden verhoogde vochtwaarden vertonen en hoe de waarden in dit gebied zijn verdeeld. Vaak kunnen hieruit al conclusies worden getrokken over de oorzaak van de vochtigheid en kunnen geschikte maatregelen voor verwijdering of voor verder onderzoek worden genomen.
Veel bouwmaterialen geven het bij waterschade opgenomen vocht slechts langzaam door verdamping af aan de omgevingslucht. Om ervoor te zorgen dat aangetaste ruimtes sneller weer in gebruik kunnen worden genomen, wordt het droogproces bij grotere waterschade in gebouwen vaak versneld door extra verwarming en/of ontvochtiging van de binnenlucht. Het succes van de droogmaatregelen kan regelmatig worden gecontroleerd met een bouwvochtmeter, zodat deze niet te vroeg wordt beëindigd, maar ook niet onnodig lang wordt voortgezet.
Of het nu gaat om het controleren van het vochtgehalte van houtproducten, het bepalen van het restvochtgehalte van een dekvloer of het snel bepalen van de oppervlakkige verspreiding van waterschade – veel elektronische bouwvochtmeters zijn in principe geschikt voor deze meettaken. Het grote aantal beschikbare modellen verschilt onder andere in het meetprincipe en de uitvoering ervan, in het type sensoren of elektroden, in de beschikbaarheid van materiaalspecifieke karakteristieke lijnen en door extra functies en meetparameters.
Meetprincipe
Het meetprincipe en de uitvoering ervan bepalen onder andere de meetdiepte en de gevoeligheid van de meting voor verstoringen. Bij een bouwvochtmeter die meet op basis van elektrische capaciteit, wordt het apparaat op het oppervlak geplaatst en meet het, afhankelijk van de materiaalsamenstelling, tot een diepte van ongeveer 5 cm. Bouwvochtmeters die het vochtgehalte van een bouwmateriaal bepalen via de elektrische geleidbaarheid of elektrische weerstand, hebben sondes die in het materiaal worden gestoken of in boorgaten worden geplaatst. 
Voor veel modellen zijn er elektroden in verschillende lengtes en uitvoeringen die onderling verwisselbaar zijn. Lange elektroden waarvan alleen de punt geleidend is, maken gerichte metingen op verschillende diepten mogelijk. Hierdoor kunnen uitspraken worden gedaan over de vochtverdeling in de dwarsdoorsnede van het bouwdeel. Ook een bouwvochtmeter met een vaste of ingebouwde capacitatieve sonde kan de mogelijkheid bieden om met extra elektroden via de weerstandsmethode in diepere lagen te meten.
Kiesbare materiaalkarakteristieken
Veel bouwvochtmeters bieden de mogelijkheid om vooraf ingestelde materiaalkarakteristieken voor hout of bouwmaterialen te selecteren. De dan weergegeven meetwaarden maken een directe vergelijking mogelijk met richtwaarden voor het evenwichtsvochtgehalte dat zich gewoonlijk in dit materiaal instelt. Bij de zo verkregen waarden moet echter - net als bij die met een materiaalonafhankelijke schaal - rekening worden gehouden met het feit dat bouwconstructies en bouwmaterialen vaak niet homogeen zijn. De plausibiliteit van de waarden kan echter gemakkelijk worden gecontroleerd door controlemetingen in de buurt van de onderzochte locatie. Bij de weerstandsmethode zijn de gemeten waarden ook afhankelijk van de temperatuur. Als de bouwvochtmeter niet beschikt over een temperatuurcompensatie, moet de invloed van de temperatuur door de gebruiker extra worden meegenomen.
Extra functies en aanvullende meetparameters
Sommige bouwvochtmeters bieden een grafische schaalweergave, een droog/vochtig/nat beoordeling of vooraf ingestelde of zelfs instelbare alarmen. Hierdoor worden routinematige controles op gelijksoortige bouwmaterialen aanzienlijk vereenvoudigd, bijvoorbeeld bij leveringen van hout of spaanplaten op de bouwplaats of in de werkplaats. Daarnaast zijn er modellen waarbij meetwaarden ook kunnen worden opgeslagen. Bij sommige nieuwere typen worden de meetgegevens via Bluetooth naar een mobiel apparaat overgedragen en kunnen ze daar in de bijbehorende app niet alleen worden afgelezen, maar ook worden opgeslagen of verzonden.
Als extra meetparameters voor een bouwvochtmeter zijn de luchttemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid nuttig. Met behulp van deze waarden kan enerzijds worden beoordeeld of het gemeten materiaalvocht bij deze omgevingsomstandigheden normaal of te hoog is. Anderzijds kunnen uit de meetwaarden direct conclusies worden getrokken of bouwmaterialen bij koudebruggen door condenswater in gevaar komen.
