Waterstof biedt niet alleen kansen die tot nu toe nauwelijks zijn benut als energiedrager en energieopslag. Door zijn fysische eigenschappen is het ook uitstekend geschikt om lekkages op te sporen. Met zijn waterstof selectieve sensor kan de gasmeter de kleinste lekken detecteren met een zeer lage leksnelheid. Zelfs containers of leidingen die geen waterstof bevatten, kunnen met de gasmeter op dichtheid worden getest als ze worden gevuld met waterstof houdend testgas en vervolgens worden gescand op lekken. Het vormingsgas met vijf procent waterstof en vijfennegentig procent stikstof, dat al commercieel beschikbaar is voor andere technische doeleinden, is zeer geschikt voor lektesten.

Deze gasmeter registreert na elke inschakeling automatisch de huidige waterstofconcentratie van de omgeving en evalueert vervolgens alleen veranderingen ten opzichte van deze concentratie. De resetknop doet hetzelfde tijdens lekdetectie. Als het lekpunt niet duidelijk kan worden geïdentificeerd, hoewel alle indicator-LED's al branden, kan de huidige waterstofconcentratie via de resetfunctie als basiswaarde worden ingesteld en kan de positie van het lek dus beter worden beperkt. De gasmeter kan vervolgens worden gereset naar lage uitgangswaarden door te resetten in een onbelaste omgeving.

Ongeacht het niveau van de uitgangsconcentratie kan met één druk op de knop een van de drie verschillende gevoeligheidsniveaus op de gasmeter worden ingesteld. De geselecteerde gevoeligheid wordt aangegeven door de speciaal aangeduide LED’s. De "H" staat voor hoog, de "M" voor medium en de "L" voor laag. Het waterstofgehalte in normale omgevingslucht is ca. 0,5 ppm. Het gevoelige apparaat detecteert al concentraties van minder dan 5 ppm, d.w.z. 0,0005 procent.

De sensor bevindt zich aan de kop van een semi-starre 40 centimeter lange slang, zodat deze gemakkelijk naar het te testen onderdeel kan worden geleid. Om lekken op te sporen, wordt de sensor langzaam zo dicht mogelijk langs de te onderzoeken gebieden bewogen. Als de gasmeter een lek detecteert, klinkt er een alarmgeluid en lichten er extra indicatie-LED's op. Hoe hoger de gedetecteerde waterstofconcentratie in vergelijking met het basisniveau, hoe meer indicator-LED's oplichten.

Met gebruik van vier standaard batterijen heeft de gasmeter bij normaal gebruik een bedrijfsduur van ongeveer twaalf uur. Om de batterijen te sparen, wordt het apparaat na tien minuten uitgeschakeld wanneer de automatische uitschakeling geactiveerd is. Een indicatielampje geeft een lage batterijstand van de batterijen aan. De ingebouwde sensor heeft een beperkte levensduur. Onder normale bedrijfsomstandigheden kan deze worden gebruikt voor de lekdetectie over een periode van meer dan een jaar. Het juist functioneren kan regelmatig worden getest met testgas. Als de sensor niet meer betrouwbaar reageert, kan deze eenvoudig worden vervangen door een nieuwe.

De gasmeter is niet geschikt voor gebruik in potentieel explosieve atmosferen. Deze mag daarom niet worden gebruikt wanneer er hogere concentraties waterstof of andere ontvlambare gassen te verwachten zijn in slecht geventileerde ruimtes. Waterstof is een van de gevaarlijkste brandbare gassen boven een bepaalde concentratie omdat het weinig ontstekingsenergie vereist. De onderste explosiegrens LEL voor waterstof is vier procent.